Bergentheimer Jan Kosters droomt van professionele goochelcarriëre

Hobbyist wil graag theater in

BERGENTHEIM – Zijn rijbewijs heeft hij sinds kort in zijn bezit, maar de negentienjarige Jan Kosters uit Bergentheim wil meer. Binnenkort wil hij ook met een aanhangwagen achter de auto kunnen rijden. Zijn ideaal is ooit een goochelaar of illusionist te zijn die optreedt in grote theaters. Een aanhanger komt dan zeer van pas om alle attributen die hij daarbij nodig heeft te vervoeren.
 
Eén van de grote voorbeelden van de Bergentheimer is de illusionist Hans Klok. Kosters weet dat hij nog lang niet zover is dat hij zich aan hem kan spiegelen. De negentienjarige kreeg ooit, toen hij nog op de basisschool zat, voor zijn verjaardag een goocheldoos. Dat was het sein om flink te gaan oefenen. Zijn medeleerlingen op de Casper Diemerschool kregen al snel in de gaten dat Kosters met zijn goocheldoos meer kon dan de andere kinderen. ‘Het liet me niet meer los’, herinnert hij zich.

Op zijn twaalfde ging de Bergentheimer, die samen met zijn ouders, broer en twee zusjes aan de Kanaalweg West woont, naar het Greijdanus College in Zwolle. ‘Maar het goochelen liet ik niet gaan.’ Kosters ontdekte dat er in Haarlem een winkel was waar allerlei attributen te koop waren die te maken hebben met zijn favoriete hobby. Hij kocht er onder meer enkele boeken. Klein probleempje was dat ze allemaal in het Engels waren geschreven.

Diepe indruk

Kosters moest ze allemaal woord voor woord vertalen.  ‘Maar dat had ik er graag voor over.’ Ook binnen de Zwolse school raakte de hobby van de Bergentheimer bekend. Een optreden tijdens een personeelsfeestje maakte diepe indruk, niet alleen bij de leraren maar ook bij zijn medeleerlingen. Het grootste probleem was echter dat Kosters nog gen rijbewijs had. Hij had telkens te veel attributen bij zich om zich per fiets te verplaatsen. Een enkele keer wilden zijn ouders hem wel wegbrengen. ‘We werken hem zeker niet tegen’, menen vader Jan en moeder Ina Kosters. ‘Maar voorop staat wel dat hij zijn studie afmaakt.’

De goochelliefhebber heeft inmiddels zijn eerste jaar aan de Rotterdamse Erasmus universiteit achter de rug. Hier studeert hij economie. Intussen gaan zijn optredens als goochelaar gewoon door. Kosters vertoont zijn kunsten op buurtfeestjes en onderlinge feestavonden van bijvoorbeeld de brandweer of Plaatselijk Belang. ‘Ik en er nog lang niet’, weet hij echter. ‘Ik volg op dit moment ook met veel plezier mijn studie. Het is wel duidelijk dat een econoom gemakkelijker zijn brood kan verdienen dan dat een amateur-goochelaar dat doet. Maar ook als ik als econoom vijf dagen per week moet werken, dan nog zal ik op de vrije zaterdag blijven goochelen. Maar mijn ideaal is ooit te kunnen zeggen dat mijn hoofdberoep goochelaar/illusionist in een groot theater is.’

Inmiddels kijkt hij verder dan Nederland. Via Internet is hij in aanraking gekomen met Amerikanen die hem op materiaal en boeken hebben gewezen. Kosters zegt te genieten tijdens een optreden. ‘Optreden is belangrijk. Je hebt voldoening en je ziet dat de mensen die in de zaal zitten schik hebben.’

Zwolse Courant 16-08-1999

Goochelaar Jan Zwolse Courant 1999